De achtste etappe van de Transpirinenca brengt ons van Beget tot aan het dorpje Setcases, aan de oorsprong van de rivier Ter. De eerste helft van de etappe – tot we aan het grensdorp Molló komen - wordt beheerst door bossen, enkele hofsteden en de landschappen van het middelgebergte. Het silhouet van het kasteel van Rocabruna, dat bovenop een heuvel ligt, vergezelt ons gedurende een groot deel van dit eerste stuk. Eens we aankomen in Molló, beginnen we een lange klimtocht over een afgeronde flank zonder bomen tot we aan de bergpassen van Fembra Morta en Lliens komen. Eens we deze obstakels overwonnen hebben dalen we af naar Setcases, een bergdorp aan de oever van de Ter.

Technical info
Startpunt van de etappe
Sant Aniol d'Aguja
Eindpunt van de etappe
Beget
Afstand
23,00
Duur
6:50h
Geaccumuleerd niveauverschil
+1.600m / -861m
Maximale hoogte
1865
Minimale hoogt
531
Dificultat

Aanzienlijk. Een gevolg van de lengte van de tocht en het hoogteverschil dat overbrugd moet worden. Deze etappe biedt geen enkele technische moeilijkheid.

Materiaal

Niets bijzonders.

Cartografie

Parc Natural Capçaleres del Ter i del Freser. 1:25.000. Editorial Alpina.

Ripollès. 1:50.000. Editorial Alpina.

Base topogràfica de Catalunya 1:25.000. Institut Cartogràfic i Geològic de Catalunya (ICGC).

Route

We vangen de achtste etappe van de Transpirinenca aan in het idyllische dorpje (1) Beget (0:00u - 531m). We verlaten het dorp via het N.W. einde. Gedurende het eerste deel van de etappe volgen we de rivier Beget stroomopwaarts, afwisselend via paden en via de hoofdweg. We omzomen de heuvel van het kasteel van Rocabruna bijna aan de basis. We komen vervolgens langs de Molí d'en Sorolla, Can Planes en Can Pujol. We onderscheiden duidelijk de col van La Boixeda, waar we ons in W. richting begeven. De weg zigzagt om zich aan te passen aan de orografie van het reliëf. We komen aan de col van La Boixeda. Op dit punt steken we de hoofdweg over en stijgen verder in N.W. richting. We laten Mas Querol links achter ons en bereiken de (2) col van La Costa (2:50u - 1.172m). Vanaf dit punt kunnen we reeds de huizen van Molló onderscheiden, ons volgende doel, ten N.W.

We beginnen aan een comfortabele afdaling over een aarden weg. We laten het gebouw van La Costa rechts achter ons en gaan verder tot aan het dal van de vallei, waar we via een brug de rivier Ritort oversteken. We komen bij de buurt van El Riberal en, van aan deze kleine woonkern, klimmen we verder tot aan Molló via de oude weg van El Riberal. Reeds van heel ver kunnen we de monumentale klokkentoren van de kerk van Santa Cecília waarnemen. Uiteindelijk komen we aan in (3) Molló (3:30u - 1.183m), een mooi bergdorp.

Vanuit Molló, dat precies in het midden van de etappe ligt, ondernemen we de lange klimtocht naar de bergpassen Fembra Morta en Lliens, bijna 700m boven het niveau waar we ons nu bevinden. We verlaten Molló via de buurt van Favars waarbij we de witte en rode bewegwijzering van de GR 11 volgen evenals een enkele wegwijzer naar "Setcases", eindpunt van de etappe. Eerst gaan we verder over een betonnen baan en vervolgens over paden en weiland. De tocht stijgt over een flank met weinig bomen waardoor we kunnen genieten van zeer mooie uitzichten over het volledige gebied. Het is belangrijk op de oriëntatie te letten: de wegswijzigingen zijn frequent en, daar het weiland is, treffen we verscheidene omheiningen aan voor het vee en talrijke koepaden die ons kunnen desoriënteren. We komen langs de afgeronde top van de Puig Moscós (1.740m), die we langs links omzeilen (Z.), waarna we de (4) col van Fembra Morta (5:10u – 1.727m) bereiken. We gaan verder over de flank, zonder een specifieke weg te volgen. We laten de Puig Sistra (1.989m) rechts liggen en bereiken vervolgens de (5) col van Lliens (5:40u - 1.865m), het hoogste peil van de etappe.

Er rest ons nog slechts af te dalen naar Setcases. We wisselen lange stukken over paden af met hier en daar een baan. De afdaling is continu en redelijk steil. Uiteindelijk bereiken we (6) Setcases (6:50u - 1.270m), een klein zeer toeristisch dorpje dat desalniettemin zijn charme heeft weten te behouden.

Sterke punten

De prachtige hoekjes die de stroom Beget te bieden heeft.

Over de afgeronde en panoramische flank wandelen die ons tot aan de bergpas van Fembra Morta leidt.

De kerk van Santa Cecília de Molló en zijn mooie klokkentoren.

Wist je dat...

Er volgens de legende een meisje stierf op de col van Fembra Morta? Het was een dienstmeisje van Mas Galceran, dat op een nacht de col opklom om te bewijzen dat ze niet bang was voor de spoken waarvan de ouderen vertelden dat ze over de berg doolden. Eens boven aangekomen plantte ze een stok in de grond om aan te geven tot waar ze gekomen was, maar per ongeluk bleef haar jurk eraan haperen. Ze had het niet gezien en toen ze zich ineens gevangen waande begaf haar hart het van angst en stierf ze.

Niet te missen...

Het kasteel van Rocabruna en haar silhouet dat ons gedurende het eerste deel van de etappe zal vergezellen. Het vestingwerk – dat reeds gedocumenteerd werd in de XIe eeuw - ligt op een heuvel waardoor het de volledig omgeving van Rocabruna en het hoogste deel van de rivierbedding van Beget beheerst.

Opmerkingen

De etappe is lang en het niveauverschil dat overwonnen moet worden is groot. Om die reden kunnen we, indien gewenst, de etappe opdelen in twee dagen en overnachten in Molló. Op de col van Fembra Morta start de variante GR 11-6 van de Transpirinenca: deze variante komt tot aan de berghut van Ulldeter – waar ze weer aanknoopt met het basistraject van de GR 11 - via de col van Pal, de piek van Costabona, de Portella del Callau en het skistation van Vallter 2000.