Ons kleine avontuur door de oostelijke Pyreneeën begint bij de Cap de Creus, een beschermd natuurgebied buiten de grote toeristische trekpleisters van de Costa Brava. Om precies te zijn starten we bij de vuurtoren van Cap de Creus, aan de steile kust met een fantastisch uitzicht op zee. ’s Nachts zendt hij om de 10 seconden twee lichtsignalen uit om de schepen voor de kust voor de klippen te waarschuwen. Vroege vogels kunnen hier zien hoe ’s ochtends vroeg uit de zee de zon opgaat. Een fascinerende, kosteloze en tegelijkertijd onbetaalbare belevenis, die tot de verkenning van de omgeving uitnodigt. We kunnen een duik nemen in kleine baaitjes met kristalhelder water, mediterrane gerechten proeven in de plaatselijke taveernen en restaurants, wandelingen langs de kust maken over de zogenaamde camins de ronda, slenteren door schilderachtige dorpjes zoals Cadaqués of El Port de la Selva of adembenemende romaanse kloosters bezichtigen zoals Sant Pere de Rodes. Voor een van de grootste artistieke genieën uit de 20e eeuw, Salvador Dalí, diende de Cap de Creus als inspiratie. Zijn nagedachtenis wordt in ere gehouden in het huis-museum in Portlligat, het kasteel in Púbol of het theatermuseum Dalí, in Figueres. Alle drie een must voor bezoekers van deze omgeving.
Vanuit de Cap de Creus zetten we onze reis landinwaarts voort, op zoek naar nieuwe fascinerende belevenissen. Onze volgende stop is het schilderachtige dorp Besalú, dat bekend is om o.a. zijn joodse bad (mikwe), dat samen met dat van Girona de enige in hun soort in Spanje zijn en onder de belangrijkste in Europa vallen. We steken de majestueuze middeleeuwse brug over en wandelen door de keistraatjes en laten de fantasie de vrije loop op een tijdreis naar de middeleeuwen. Het lijkt bijna of de geest van graaf Bernat de Tallaferro nog door de plaats wandelt. Een slok ratafia (een Catalaanse kruidenlikeur met meer dan 1.000 jaar traditie en talrijke recepten) brengt ons samen met andere heerlijke producten (vleeswaren, ambachtelijk gemaakte koekjes en chocolade) weer terug in de 21e eeuw. Het historische centrum heeft zijn middeleeuwse aspect bewaard. Tot de bekendste bezienswaardigheden horen de romaanse brug, het gerechtsgebouw Cúria Reial en de Plaça de la Llibertat.
We zetten onze ontdekkingsreis voort en komen terecht bij een van de best bewaarde schatten van het gebied: de slapende vulkanen van de Garrotxa. Het Natuurpark van het Vulkanische Gebied van de Garrotxa is het mooiste vulkanenlandschap van het Iberische Schiereiland. Het wordt gevormd door 40 vulkaankegels en ongeveer 20 lavastromen die door hun ongelofelijke vormen en kleuren indruk maken en te voet, met de fiets, te paard of in de mand van een luchtballon kunnen worden bekeken. Het bezoek aan het gebied legt een kleine wereld vol natuurschoon open met o.a. de vulkanen de Santa Margarida (met op de bodem van de krater een kapel) en de Croscat (met een enorme uitgraving die ons in staat stelt om te zien hoe een vulkaan er vanbinnen uitziet) of de Fageda d’en Jordà (een op een lavastroom groeiend beukenbos).
Vol van verbazing laten we de Garrotxa achter ons liggen en bereiden we ons voor op een nieuwe belevenis op een hoogte van meer dan 2.000 meter. De Núria-vallei is een van de populairste landschappen van de Catalaanse Pyreneeën. Dit hooggelegen dal met talrijke bronnen en beken, omgeven door hoge bergen, is een prachtig natuurparadijs en biedt met het aan de Onze-Lieve-Vrouwe van Núria gewijde bedevaartscentrum ook een spirituele ervaring. We bereiken het dal op spectaculaire wijze: met een tandradbaan die een hoogteverschil van 1.000 meter overwint en daarbij adembenemende hooggebergtelandschappen doorkruist. Zonder de ogen van het raam af te kunnen houden, komen we uiteindelijk in Vall de Núria aan, een uniek bergstation vol geschiedenis en traditie. Als we de trein uitstappen ligt er een wereld van mogelijkheden voor ons: skiën, wandelen, paardrijden... Waar zullen we beginnen?
1. Santuari de Núria
2. Cap de Creus
3. Cadaqués
4. La Fageda d'en Jordà