We beginnen deze cultuurreis in Sant Pere de Rodes, aan de rand van de Middellandse Zee. Een steile, bochtige weg brengt ons bergopwaarts en biedt een adembenemend uitzicht op de zee en de kust. Van hieruit zijn de rotsen van de Cap de Creus, de witte huizen van de kustdorpen, de grote baaien van Roses en El Port de la Selva en de oneindige uitgestrektheid van de Middellandse Zee te zien. Na aankomst bij de parkeerplaats valt ons oog op de omgeving. Aan de ene kant zien we de kapel Santa Helena de Rodes, aan de andere kant het grote klooster Sant Pere de Rodes en bovenop de bergkam de vesting Sant Salvador. Allereerst bezichtigen we de preromaanse kapel met een klokkengevel en daarna het klooster, een belangrijk voorbeeld van de romaanse architectuur in Catalonië, dat bestaat uit een kerk, klokkentoren, twee kruisgangen, crypte, kelder, de ruimte waar zich de cellen van de monniken bevonden en andere bijgebouwen waar in elk vertrek een bijzondere sfeer hangt. Na het bezoek aan het klooster voert een pad ons in 25 minuten bij de vesting Sant Salvador, een ruïne uit de 11e -13e eeuw, die bovendien een van de beste uitzichtspunten van het land vormt. 

We verlaten Sant Pere de Rodes en rijden richting Besalú, waar zich een van de indrukwekkendste middeleeuwse decors van Catalonië bevindt. De versterkte brug over de Fluvià heet ons welkom en spiegelt zich in het water van de rivier. Bij aankomst in de vroege avond straalt de hemel in goudkleurige en blauwachtige tinten en de schijnwerpers ter verlichting van de brug gaan geleidelijk aan, net als de straatlantaarns van de oude dorpskern. Precies wanneer de toeristen weggaan en een bijna spookachtig dorp achterlaten. Dit is het beste moment om de romantische kant van Besalú te ontdekken. Uit de verte is het dorp spectaculair en absoluut fotogeniek, maar als we het stadje ingaan gaat er een niet minder indrukwekkende wereld voor ons open met interessante bezienswaardigheden, zoals het klooster Sant Pere of het Jodenplein, met de reinigingsbaden of mikwe. Dit is een van de weinige bewaard gebleven joodse rituele baden op het Iberische Schiereiland. Niet voor niets bevinden we ons in de Jodenbuurt waar in de middeleeuwen een van de grootste joodse gemeenschappen van Catalonië woonde. Tijdens een rondleiding leren we de plek kennen waar vrouwen na de menstruatie volgens een aloud hebreeuws gebruik door volledige onderdompeling van het lichaam een rituele wassing ondergingen. 

De volgende dag wordt geheel besteed aan de route Land van graven en abten, die ons in een reis in de tijd meeneemt door een deel van de oostelijke Pyreneeën naar de belangrijkste gebeurtenissen van de geschiedenis van Catalonië en naar een fascinerende wereld van mythen en legenden. We brengen een bezoek aan Gombrèn, waar we een van de populairste legendarische figuren van het land, graaf Arnau, leren kennen. Vervolgens gaan we naar het aan de graaf gewijde museum, het kasteel Mataplana en het bedevaartsoord Montgrony, een schitterend romaans complex. Vanuit de bedevaartsplaats bereikt men de spleet in het aardoppervlak Sant Ou, waarvan gezegd wordt dat graaf Arnau hem gebruikte om naar zijn geliefde, de abdis van het klooster van Sant Joan de les Abadesses, te gaan. In Ripoll bezichtigen we het klooster Santa Maria onder begeleiding van een gids, die ons de vertrekken laat zien en verhalen over Wifried de Harige en abt Oliba en wetenswaardigheden over het portaal uit de 12e eeuw, een van de belangrijkste romaanse monumenten ter wereld, en over de fascinerende sculpturen van de kapitelen van de kloostergang vertelt. Onze laatste stop is Sant Joan de les Abadesses, waar we het gelijknamige klooster, dat een harmonisch architectonisch geheel vormt met het stadscentrum, en het aangrenzende abtspaleis gaan bezichtigen. Hier bevindt zich het bezoekerscentrum Centre d’Interpretació del Mite del Comte Arnau, waar we een interactieve tentoonstelling over de folklore, muziek, literatuur en geschiedenis over de door legendes omgeven personage kunnen bekijken. 

We zetten onze reis voort in westelijke richting en stoppen in Bellver de Cerdanya om daar een bezoek te brengen aan de romaanse kerk Santa Maria de Talló. Vervolgens gaan we naar La Seu d’Urgell waar we de enige romaanse kathedraal in de Catalaanse Pyreneeën bezichtigen. Zeer bezienswaardig zijn de kloostergang, de kerk en het diocesaanmuseum. Bij een wandeling door het stadscentrum kopen we op de markt streekproducten, zoals ambachtelijk gemaakte vleeswaren en kaas. 

Daarbij mogen we niet vergeten dat we ons in een grensgebied bevinden, waar in de 10e eeuw talrijke burchten, verdedigings- en wachttorens werden gebouwd om de veiligheid van de streek te waarborgen. Routes als die van de grensvestingen van de Pallars Jussà, met het kasteel Mur als hoofdattractie, zijn een goede manier om de geschiedenis van dit gewest beter te leren kennen.

Er liggen nog meer natuurschatten en culturele monumenten op ons te wachten in La Vall de Boí, wereldwijd bekend om zijn romaanse kunstwerken. In dit Pyrenese dal bevinden zich negen romaanse kerken, die in de 11e en 12e eeuw volgens Noord-Italiaans voorbeeld in Lombardisch-romaanse stijl zijn gebouwd en dankzij hun geografisch isolement intact zijn gebleven. Tegenwoordig staan ze tot de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Wij beginnen in het bezoekerscentrum in het dorp Erill la Vall, waar wij de belangrijkste informatie ontvangen over de romaanse bouwwerken die wij in dit indrukwekkende gebied zullen gaan bezichtigen. Met deze aanwijzingen bezoeken we de kerken van Barruera, Cardet, Coll, Durro, Erill la Vall, Boí en Taüll. Stuk voor stuk zijn ze allemaal zeer bezienswaardig. Bijzonder imposant is echter de kerk Sant Climent in Taüll. In de apsis komt dankzij de moderne technologieën een pantocrator weer tot leven. Aan de hand van een spectaculaire projectie op de muren van de kerk (mapping) kunnen de bezoekers hier de in het nationale kunstmuseum van Catalonië (MNAC) tentoongestelde en tegelijkertijd de nog in de kerk bewaard gebleven wandschilderingen zien, alsmede de reproductie van het geheel, zoals het er vermoedelijk uitzag in het jaar waarin de kerk werd gewijd, in 1123. 

Het eindstation van deze afwisselende reis door de middeleeuwse geschiedenis van de Catalaanse Pyreneeën is de Val d’Aran. Ook hier vinden we interessante bezienswaardigheden, met name kleine romaanse kerken met rustieke, doch indrukwekkende sculpturale ornamenten, die de architectuur van deze symbolische gebouwen nog eens benadrukken. Een bezoek aan de verschillende dorpen en hun romaanse kerken is zonder twijfel de ideale gelegenheid om zich in de Val d’Aran en zijn middeleeuwse erfgoed te verdiepen, maar ook om zijn landschappen, gebruiken, tradities en eigen taal te ontdekken.